Hand-out BOA-Examen.nl:

Wetgeving

Leestijd: 3 minuten

Zoals je hebt kunnen lezen in de hand-out van Staatsrecht, worden de wetten gemaakt door de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk. De hoogste wet in ons land is de Grondwet.
De Grondwet is een raam- of kaderwet en regelt de zaken niet tot in detail.

Wetten in formele zin

Artikel 16 Grondwet (Legaliteitsbeginsel) Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling. Dit is bijvoorbeeld een kader wat aangeeft dat er dus eerst een wettelijke strafbepaling moet zijn voordat je het strafbaar kunt stellen. Een norm (met bestanddelen), een kwalificatie en een sanctie. In de Grondwet zelf kom je geen strafbare feiten tegen.

Strafbare feiten kom je wel tegen in o.a. het Wetboek van Strafrecht en bijzondere wetten, allemaal een wet in formele zin. Te herkennen aan het woordje WET wat er letterlijk in voorkomt. Stafbare feiten kom je echter ook tegen in wetten in materiele zin. Dan betekend dit dat deze regels gemaakt zijn door overheidsinstelling zonder de samenwerking met de Staten-Generaal. Deze regels kunnen landelijk, provinciaal, gemeentelijke of gebied gebonden (Keur) gelden.

Wetten in materiele zin

Een voorbeeld van een landelijke wet in materiele zin is de Algemene Maatregel van Bestuur. Een regel die gemaakt is door alleen de regering maar een geldigheid heeft voor het gehele land. De Koning maakt deel uit van de regering en dus wordt de AMvB vastgesteld bij Koninklijk besluit. Het maken of wijzigen van wetten in formele zin duurt vaak erg lang, soms zelfs jaren. Als de wetten de enige regelgeving was, zou het land nagenoeg onbestuurbaar zijn. Er is dus een andere manier van regelgeving nodig. Regelgeving die sneller tot stand kan komen. Een wet in formele zin waar we allemaal mee te maken hebben, is bijvoorbeeld de Wegenverkeerswet 1994. In tegenstelling tot hetgeen je wellicht zou denken, staan in deze wet niet alle verkeersregels. In deze wet staat bijvoorbeeld de zin: ‘Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels vastgesteld betreffende het gedrag van verkeersdeelnemers.’ Deze algemene maatregel waar men hierop doelt is het RVV, ofwel het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens. In dit reglement vind je de regels die mensen voor maar ook na het behalen van hun rijbewijs dienen te weten.

Ministeriële regeling

Je kunt je wellicht voorstellen dat een Algemene Maatregel van Bestuur niet altijd nodig is. Een minister moet toch zelf ook iets kunnen regelen zonder directe inmenging van andere bestuurders.
In het RVV vind je de volgende bepaling: In de bij die algemene maatregel van bestuur aangegeven gevallen kunnen bij ministeriële regeling voorschriften ter uitvoering van die regels worden vastgesteld. Met andere woorden, het RVV geeft aan wanneer zaken via een ministeriële regeling kunnen worden geregeld. Bijvoorbeeld: Artikel 29 RVV zegt: Bestuurders van motorvoertuigen in gebruik bij politie en brandweer, motorvoertuigen in gebruik bij diensten voor spoedeisende medische hulpverlening, en motorvoertuigen van andere door Onze Minister aangewezen hulpverleningsdiensten voeren blauw zwaai-, flits- of knipperlicht en een tweetonige hoorn om kenbaar te maken dat zij een dringende taak vervullen.

Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden vastgesteld betreffende het blauwe zwaai-, flits of knipperlicht en de knipperende koplampen. Zoals je ziet kan de minister hulpdiensten aanwijzen en kan hij regels geven over het gebruik van het zwaailicht. Het is uiteraard wel zo dat de Staten-Generaal controle uitoefent over hetgeen de minister doet dan wel nalaat.

Verordeningen

In de hand-out taatsrecht heb je kunnen lezen dat Nederland een gedecentraliseerde eenheidsstaat is.
Er is door de centrale overheid wetgevende macht afgestaan aan lagere overheden zoals de provincie, de gemeente en het waterschap. Deze bestuursorganen mogen eigen verordeningen maken. Deze verordeningen gelden voor een bepaald gebied, bijvoorbeeld een gemeente. Iedere gemeente heeft zijn eigen Algemene Plaatselijke Verordening. Je praat hier over lokale wetgeving.

De gemeenteraad (wetgevende macht)stelt deze wetgeving in materiële zin vast. Bij de provincie spreken we over provinciale verordeningen en bij het waterschap over een zogenaamde keur. Een verordening mag natuurlijk niet in strijd zijn met hogere wetgeving/regelgeving.
De gemeente raad moet dus rekening houden met de regels in de provincie maar ook de landelijke regels en de provincie alleen met de landelijke regels etc..

Schematisch overzicht

Studiemiddelen

Naast deze gratis handout bieden we ook andere studiemiddelen aan, zoals de BOA-Compact. Hierin vind je alle informatie die je nodig hebt om je examen succesvol af te leggen. Heb je nog vragen? Verken dan onze zelfstudietrainingen, die een breed scala aan onderwerpen behandelen. Loop je toch nog ergens tegenaan? Maak dan gebruik van ons gratis online vragenuur met een ervaren docent, dat plaatsvindt op de 1e en 3e woensdag van elke maand. Ook kun je een persoonlijke 1-op-1 bijles boeken en onze trainingen over persoonlijke groei bekijken.

Chat gratis 24/7 met docent Rob!

Virtueel docent Rob Ai wordt steeds beter! Vraag hem 24/7 al jouw leervragen. Klik rechtsonderin op Rob om een gratis chat te starten.