Hand-out BOA-Examen.nl:

Strafuitsluitingsgronden

Leestijd: 4 minuten

Strafuitsluitingsgronden zijn de redenen waarom iemand wordt uitgesloten van straf.

Bij strafuitsluitingsgronden heeft de verdachte het feit wel gepleegd, maar het wordt hem of haar niet verweten of de rechter is van mening dat de verdachte terecht heeft gehandeld. De verdachte krijgt geen straf, maar wordt door de rechter ontslagen van rechtsvervolging.

Deze strafuitsluiting is te verdelen in, – schulduitsluiting en -rechtvaardiging.
Schulduitsluiting wil zeggen dat de dader van een strafbaar feit geen verwijt kan worden gemaakt voor het plegen van dat feit.
Rechtvaardiging wil zeggen dat het gedrag van de dader bij het plegen van het feit terecht was.

Iedere verdachte kan bij elk strafbaar feit een beroep doen op alle gestelde uitsluitingsgronden.
De rechter zal aan het eind van het onderzoek ter terechtzitting beslissen of de verdachte al dan niet terecht een beroep heeft gedaan op een strafuitsluitingsgrond.

Naast de geschreven strafuitsluitingsgronden bestaan er ongeschreven strafuitsluitingsgronden. Uit jurisprudentie (gesproken rechtspraak) komen deze ongeschreven strafuitsluitingsgronden naar voren. Een duidelijk voorbeeld daarvan is AVAS (Afwezigheid Van Alle Schuld). In ‘het Melk en Water arrest’ van 1916 werd vastgesteld dat er een afwezigheid van alle schuld aanwezig was.

De wet kent 5 vormen van algemene strafuitsluiting, – ontoerekeningsvatbaarheid, – overmacht,
– noodweer, – noodweerexces, – wettelijk voorschrift en – ambtelijk bevel.

Ontoerekeningsvatbaar

Te gebruiken bij een gebrekkige ontwikkeling of een ziekelijke stoornis van het geestesvermogen.  Iemand met een aangeboren verstandelijke beperking is geboren met die handicap. Iemand met een ziekelijke stoornis heeft die vaak opgelopen gedurende het leven. Hier spreken we vaak van psychiatrisch patiënten.

Als de rechter tot de conclusie komt dat het strafbare feit de verdachte op grond van art. 39  Sr niet kan worden aangerekend en dus overtuigd is van het feit dat de verdachte gedurende het plegen van het strafbare feit in een dusdanige geestelijke toestand verkeerde dat het feit de verdachte geheel niet kan worden aangerekend, dan zal hij de verdachte ontslaan van alle rechtsvervolging. De rechter kan dan weliswaar geen straf meer geven, maar wel bepaalde maatregelen nemen tegen de verdachte, zoals opname in een psychiatrisch ziekenhuis (TBS).

Verminderd toerekeningsvatbaar

Ook kan er sprake zijn van verminderd toerekeningsvatbaar. In dat geval geldt dat de rechter, geholpen door een getuige-deskundige, moet bepalen in hoeverre de verdachte gedurende het plegen van het strafbare feit nog wel toerekeningsvatbaar was. De rechter kan bijvoorbeeld besluiten dat de verdachte voor 70 procent toerekeningsvatbaar is. Het plegen wordt hem dan voor 70 procent aangerekend. Dan volgt er vaak strafvermindering maar geen strafuitsluiting.

Overmacht

Overmacht wordt niet specifiek omschreven in het Wetboek van Strafrecht. Bij overmacht moet je denken aan onafwendbaar voorkomende gebeurtenis of omstandigheid waar je niets aan kunt doen, waardoor je niet in staat bent te doen wat je moet doen. Een drang/dwang van buitenaf. Komt deze drang van binnenuit dan noemen we dit noodtoestand. (Nood breekt wet)

Noodweer

Noodweer is het recht om jezelf of een ander, jouw lijf of dat van een ander, jouw spullen of die van een ander te verdedigen, binnen de grens van het redelijke, tegen een ogenblikkelijke wederrechtelijke aanranding. Dat is natuurlijk niet het zedenmisdrijf aanranding, maar aanranding als in de zin van een juridische aanval. De eerbaarheid waarvan hier sprake is de seksuele eerbaarheid van iemand, de integriteit van het lichaam.

Voorwaarde voor noodweer is dan ook dat de aanranding (aanval) ogenblikkelijk en wederrechtelijk moet zijn. Dus als je plotseling wordt vastgepakt en naar de grond wordt gewerkt door twee geüniformeerde Boa’s die jou ook nog vertellen dat je bent aangehouden voor een bepaald strafbaar feit, dan is die aanval niet wederrechtelijk natuurlijk, maar wel ogenblikkelijk.

Ogenblikkelijk betekent ook dat de aanval nog bezig moet zijn. De aanranding (aanval) moet dus al zijn begonnen, maar mag nog niet beëindigd zijn. Bovendien moet die aanval wederrechtelijk zijn, dus in strijd met het recht. De burger dient, zo blijkt uit verschillende jurisprudentie, eerst te vluchten en zich dan pas noodzakelijk en geboden verdedigen. De politieman of -vrouw hoeft echter niet eerst te vluchten. Op grond van artikel 3 van de Politiewet zijn zij gehouden aan een daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde.

Maar wat is de noodzakelijk geboden verdediging? Hier moet sprake zijn van subsidiariteit en proportionaliteit.
Subsidiariteit: de inbreuk mag niet groter zijn dan wordt gerechtvaardigd door de omstandigheden. Dus geen zwaarder middel gebruiken dan strikt noodzakelijk is om het doel te bereiken. Eigenlijk het minst ingrijpende middel gebruiken.
Proportionaliteit: de hoeveelheid wordt bepaald door de grootte van het belang van het nagestreefde legitieme doel. Dus als een klap voldoende is, geen twee of drie klappen geven.

Noodweerexces

Noodweerexces is eigenlijk bijzondere noodweer. Niet strafbaar is de overschrijding van de grenzen van noodzakelijke verdediging, indien zij het onmiddellijk gevolg is geweest van een hevige gemoedsbeweging, door de aanranding veroorzaakt.

Wettelijk voorschrift

Eigenlijk komen hier twee geschreven wettelijke regels met elkaar in botsing bij de uitvoering van een wettelijk voorschrift. Als iemand een wettelijk voorschrift uitvoert en daarbij mogelijk een andere regel overtreedt, zorgt een beroep op wettelijk voorschrift voor straffeloosheid. Met andere woorden de Boa heeft te maken met heel veel wettelijke voorschriften en soms komen die voorschriften met elkaar in botsing.

Uitvoering van een ambtelijk bevel

Een bevoegd gegeven ambtelijk bevel kan mondeling worden gegeven en een schriftelijk ambtelijk bevel staat geschreven in onder andere geweldsinstructies, ministeriële circulaires en dienstvoorschriften. Deze worden vaak uitgevaardigd door o.a. de minister van Justitie of Binnenlandse Zaken voor de politie of de minister van Defensie voor de Koninklijke Marechaussee.

We onderscheiden bevoegd en onbevoegd gegeven ambtelijke bevelen. Bij het uitvoeren of opvolgen van een onbevoegd bevel is de persoon die dat bevel uitvoerde niet automatisch strafbaar. Omstandigheden die hebben geleid tot het opvolgen van dat onbevoegde ambtelijke bevel worden daarin meegewogen en kunnen tot straffeloosheid leiden.

Ontdek de BOA Compact!

Ben je klaar om je BOA-examen te verpletteren? Bereid je dan voor met de ultieme bondgenoot: BOA Compact! Deze handige, zorgvuldig samengestelde reader is dé sleutel tot jouw examensucces.

Verder in browser
Te installeren tik op Toevoegen aan startscherm
Toevoegen aan startscherm
BOA-Examen.nl
Test onze gratis webapp!
Installeren