Hand-out BOA-Examen.nl:

Fouilleringen

Leestijd: 3 minuten

Een van de grondrechten is onaantastbaarheid van het menselijk lichaam. Indien de overheid daar inbreuk op wil maken dient dat bij wet geregeld te zijn. Iemand fouilleren is een aantasting van zijn lichamelijk integriteit. In diverse wetten staan bepalingen opgenomen waarin aan opsporingsambtenaren de bevoegdheid wordt verleend om een fouillering toe te passen. Een burger mag dus nooit iemand fouilleren. Fouilleren door een burger wordt geregeld via huishoudelijke reglementen of civielrechtelijke afspraken (bijvoorbeeld via een arbeidsovereenkomst). Een fouillering, door een opsporingsambtenaar, wordt gedaan met een bepaald doel: -veiligheidsfouillering, – vervoersfouillering, – insluitingfouillering, -identiteitsfouillering.

De veiligheidsfouillering

Artikel 7 lid 3 Politiewet 2012. Zoals de naam al aangeeft is het doel, te waken voor de veiligheid van de opsporingsambtenaar en eventuele derden. Deze mag worden toegepast op personen wanneer er redenen zijn aan te nemen dat er onmiddellijk dreigend gevaar kan ontstaan. De politieambtenaar, belast met de politietaak, de buitengewoon opsporingsambtenaar die deze bevoegdheid in zijn akte van beëdiging heeft staan en de marechaussee die onder bepaalde omstandigheden optreedt, zijn hiertoe bevoegd. Een veiligheidsfouillering bestaat uit het oppervlakkig aftasten van de kleding en de goederen.

De vervoersfouillering

Artikel 7 lid 4 Politiewet 2012. Het geeft in de naam al aan welke uitvoering hieraan gekoppeld is. Op het moment dat de ambtenaren een persoon gaan vervoeren van punt A naar B dan zijn zij bevoegd tot het uitvoeren van een vervoerfouillering. Praktisch gezien komt het op dezelfde handelingen neer als bij de veiligheidsfouillering. Dus ook de goederen die persoon met zich voert mogen hiervoor onderzocht worden.

De identiteitsfouillering

Artikel 55b Wetboek van Strafvordering. Zoals ook hier de naam al aangeeft is het doel het zoeken naar voorwerpen waaruit de identiteit blijkt. De algemeen- en de aangewezen buitengewoon opsporingsambtenaar, is als dit noodzakelijk is voor de vaststelling van de identiteit bevoegd:- staande gehouden of aangehouden verdachte aan zijn kleding te onderzoeken, alsmede voorwerpen die hij bij zich draagt of met zich meevoert te onderzoeken. Dit wordt bij voorkeur niet in het openbaar uitgeoefend.

Insluitingsfouillering

De insluitingsfouillering staat eveneens beschreven in lid 4 van artikel 7 Politiewet 2012. Deze fouillering is puur bedoeld om iemand veilig in te kunnen sluiten in een politiecel of ophoudkamer. Deze fouillering is dus puur gericht op de veiligheid van de persoon (niet perse alleen de verdachte). Hierbij kan er dus verlangt worden dat veters uit schoenen gehaald worden of touwtjes uit capuchons etc. Omdat deze fouillering niet meer in de huisregels van het cellencomplex maar in de Politiewet staat moet de uitvoerder dus minstens Boa zijn met dit artikel in de akte, om dit te mogen uitvoeren.

Het onderzoek ter inbeslagneming

Dit onderzoek is geregeld in artikel 56 van het Wetboek van Strafvordering. 3 belangrijke zaken waarbij, bij het toepassen van dit onderzoek, erg goed gelet dient te worden:- de verdachte moet zijn aangehouden, -er moet een onderzoeksbelang zijn, -er moeten ernstige bezwaren zijn. Meer dan een redelijk vermoeden dus. Wat betreft het toepassen van deze bevoegdheid is er een splitsing gemaakt tussen een onderzoek in/aan de kleding, een onderzoek aan het bovenlichaam met de natuurlijke lichaamsholten en onderzoek aan het onderlichaam/in het lichaam.

Onderzoek aan kleding of lichaam

De OvJ of (h)OvJ kan de aangehouden verdachte bij het bestaan van ernstige bezwaren tegen deze, in het belang van het onderzoek bepalen dat deze aan zijn lichaam of kleding zal worden onderzocht. Aan de kleding is ook in de kleding voor het gehele lichaam, aan het lichaam is niet in het lichaam voor het bovenlijf, aan het lichaam is niet in het lichaam voor het onderlijf. De (h)OvJ kan bepalen dat de verdachte aan het lichaam of aan de kleding kan worden onderzocht. Dit betekent dat hij een ander de fouillering kan laten doen. Het onderzoek wordt op een besloten plaats en zoveel mogelijk door personen van hetzelfde geslacht als de verdachte verricht.

Onderzoek in het lichaam

De OvJ kan bij het bestaan van ernstige bezwaren tegen de aangehouden verdachte in het belang van het onderzoek bepalen dat deze in het lichaam wordt onderzocht. Onder dit onderzoek wordt verstaan: het uitwendig schouwen van de openingen en holten van het onderlichaam, röntgenonderzoek, echografie en het inwendig manueel onderzoek van de openingen en holten van het lichaam. Het onderzoek wordt verricht door een arts. Het onderzoek wordt niet ten uitvoer gelegd indien zulks om bijzondere geneeskundige redenen onwenselijk is.
Dit onderzoek zou eventueel ook uitgevoerd kunnen worden bij een persoon die geen verdachte is. In dat geval wordt dit bepaald door de rechter-commissaris.

Ontdek de BOA Compact!

Ben je klaar om je BOA-examen te verpletteren? Bereid je dan voor met de ultieme bondgenoot: BOA Compact! Deze handige, zorgvuldig samengestelde reader is dé sleutel tot jouw examensucces.

Verder in browser
Te installeren tik op Toevoegen aan startscherm
Toevoegen aan startscherm
BOA-Examen.nl
Test onze gratis webapp!
Installeren