Hand-out BOA-Examen.nl:

Deelneming

Leestijd: 2 minuten

Het Wetboek van Strafrecht bepaalt dat de deelnemer aan een strafbaar feit in twee verschillende hoedanigheden strafbaar kan zijn namelijk als dader of medeplichtige.
Simpel zou je kunnen zeggen, de dader heeft het feit gepleegd en de medeplichtige is de dader daarbij behulpzaam geweest. De dader heeft uitvoeringshandelingen gepleegd en de medeplichtige heeft voorbereidings- of ondersteunende handelingen gepleegd.

Art.47 Sr als dader kunnen worden gestraft: – plegers, – doen plegers, – medeplegers, – uitlokkers.

De pleger(s)

Pleegt het strafbare feit helemaal alleen. Vervuld alle bestanddelen van het strafbare feit.

De medeplegers

Definitie medeplegen is in bewuste samenwerking met één of meer anderen mede uitvoeren van een strafbaar feit. Dus minimaal 2 daders. Er dient tussen beiden een afspraak te zijn tot het plegen van het feit en beiden moeten uitvoeringshandelingen plegen.

De doen plegers

Bij doen plegen is er sprake van een dader die op het idee gekomen is het strafbare feit te plegen en een dader die het strafbare feit werkelijk uitvoert. Eigenlijk kun je zeggen: de doen pleger doet een ander het feit plegen. Bij doen plegen zijn er weliswaar 2 daders, maar slechts 1 dader is strafbaar, de intellectuele dader. De materiële dader moet bij doen plegen hebben gehandeld zonder opzet en zonder schuld. Dat betekent concreet dat de materiële dader zich moet kunnen beroepen op een strafuitsluitingsgrond. Doen plegen is mogelijk bij zowel misdrijf als overtreding.

De uitlokkers

Er is een belangrijk verschil tussen doen plegen en uitlokken. Bij uitlokken moeten beide daders strafbaar zijn en bij doen plegen moet alleen de intellectuele dader strafbaar zijn en kan de materiële dader niet strafbaar zijn. De intellectuele dader is degene die een ander opzettelijk (willens en wetens) uitlokt om een strafbaar feit te plegen. De materiele dader laat zich bewust uitlokken tot het plegen van de strafbare handelingen terwijl deze weet dat dit strafbaar is. Desondanks pleegt deze het toch. De intellectuele dader moet 1 van de volgende zaken gebruiken om strafbaar te zijn: – giften, – beloften, – misbruik van gezag, – geweld, – bedreiging, – misleiding, – verschaffen van gelegenheid/middelen/inlichtingen.

Gelegenheid verschaffen

Bij het verschaffen van gelegenheid wordt er voor de materiële dader een mogelijkheid geschapen. Bijvoorbeeld door een alarm niet in te schakelen bij het verlaten van de winkel of een achterdeur opzettelijk niet af te sluiten.

Middelen verschaffen

Bij het verschaffen van middelen kan er bijvoorbeeld sprake zijn van het verstrekken van middelen die gebruikt kunnen worden bij het plegen van het strafbare feit, bijvoorbeeld een sleutel, een alarmcode of een wapen.

Inlichtingen verschaffen

Allerlei informatie die gebruikt kan worden bij het plegen van het strafbare feit, zoals een rijroute van een geldwagen. Van gelegenheid, middelen en inlichtingen verschaffen is ook sprake bij medeplichtigheid aan misdrijven (zie ook medeplichtigheid).

Medeplichtigen

Bij medeplichtigheid gaat het om behulpzaamheid. Behulpzaam zijn bij het plegen van het strafbare feit. Bijvoorbeeld op de uitkijk staan bij een inbraak of de vluchtauto besturen bij een bankoverval.

Art. 48 Sr kent 2 soorten medeplichtigen:- zij die opzettelijk behulpzaam zijn bij (tijdens) het plegen van het misdrijf en – zij die opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot het plegen van het misdrijf (vooraf).

Dus nooit medeplichtigheid na het plegen van het strafbare feit!

Ontdek de BOA Compact!

Ben je klaar om je BOA-examen te verpletteren? Bereid je dan voor met de ultieme bondgenoot: BOA Compact! Deze handige, zorgvuldig samengestelde reader is dé sleutel tot jouw examensucces.